Roadtrip door 7 Europese landen
Roadtrip door 7 Europese landen
Covid heeft de wereld nog in zijn greep en een verre reis zat er in 2021 nog niet in. Maar Europa heeft ook veel te bieden en daarom besloten Henk en ik om met de auto een roadtrip te gaan maken. Einddoel is Toscane en Umbrië in Italië.
We laten onze route tot het laatst afhangen van de bepalingen van de verschillende landen. We zijn gevaccineerd en hebben de coronacheckapp, dus dat zal geen probleem zijn. Voor Italië moeten we een PLC formulier invullen, dus als dat allemaal is geregeld, kunnen we op pad.
Omdat we op de eerste dag vooral snelwegen willen nemen, besluiten om op zondag te starten zodat we dan het minste last van vrachtverkeer zullen hebben. We vertrekken in zuidelijke richting naar België en zo via Luxemburg naar Frankrijk te rijden. We hebben een klein hotelletje gevonden in de buurt van Dijon, in Is sur Ille. Het hotelletje ligt schattig vlak aan een riviertje. Is sur Ille is een leuk stadje, maar omdat het zondag is, is het erg rustig. Gelukkig vinden we wel een restaurantje waar we ‘s avonds lekker kunnen eten. Het hotelletje ziet er leuk uit, maar valt toch een beetje tegen; een doorzakbed, veel spinnenwebben en handdoeken die hun beste tijd gehad hebben. Het was ook erg goedkoop. Weer een les geleerd, we gaan dus de volgende hotels niet voor het goedkoopste…..
De volgende dag staat ook nog een grote etappe op de planning; via de Frejus-tunnel door de Alpen naar Noord Italië. Het is een prachtige route. Vanuit het glooiende landschap rond Dijon ga je, voorbij Lyon richting de Alpen en heel langzaam zie je landschap veranderen en de bergen steeds hoger worden. Voorbij Grenoble komen we langs Lac d’Aiguebelette, een schitterend meer waar we ook even een picknick stop maken. Dan de 13 kilometer lange tunnel door, en zo komen we in Noord Italië, de Piedmont. We vinden een leuk hotel in een klooster in Susa, zo’n 20 kilometer voor Turijn. Een prima overnachtingsplek en Susa is een hele leuke stad met veel historie. We maken een mooie wandeling en genieten op een terras van een drankje. ‘s Avonds eten we in een restaurant, dat ons wordt aangeraden door de receptionist van het hotel, omdat daar echt Piedmonts eten wordt geserveerd. Het is een beetje bijzonder restaurants met felle lampen en in onze ogen wat ongezellig, maar het eten is lekker. We slapen ‘s nachts prima in onze kloosterkamer. ‘s Morgens aan het ontbijt krijgen we weer een kleine cultuurschok: er staat een geweldig ontbijtbuffet voor ons klaar, maar er staan alleen maar zoete broodjes, jammen en heel veel taarten. We mogen niet zelf pakken ivm de coronaregels, maar we moeten aanwijzen wat we willen eten. Nou zijn wij helemaal geen zoete eters, maar eten ‘s morgens liever een eitje ( gebakken of gekookt) , een broodje kaas of ham of een bakje ongezoete yoghurt met granen en fruit. En dat was er allemaal niet. Wel yoghurt, dus maar de enige yoghurt naturel genomen, maar zelfs deze smaakte zoet. En dat blijkt dus wel typisch Italiaans. Dit kwamen we onderweg steeds tegen en ik heb me verbaasd over zoveel zoetigheid. In Nederland mogen kinderen niet eens meer een boterham met hagelslag op school eten en hier ontbijten ze met taarten en zoete koeken.
Op dag 3 van onze trip is het de bedoeling om naar de kust af te zakken, de Bloemenriviera, ter hoogte van Savona en dan daarvandaan naar het westen richting Genua en La Spezia te reizen. We hebben een aparte tas ingepakt met zwemspullen, zodat we als we bij een leuk strandje aankomen, we een zwemstopje kunnen maken. Maar deze reisdag valt een beetje tegen. Ik had al gezocht naar een leuk hotel, maar de prijzen bleken skyhigh! Het verkeer richting de kust is heel druk, veel vrachtverkeer, tunnels en verkeersopstoppingen. Aan de kust aangekomen besluiten we de snelweg te verlaten en het idee was om te toeren langs de kust. Ook de kustweg is megadruk. Er is nergens een parkeerplaats te vinden in de buurt van de stranden. We vinden wel een leuke plek om te lunchen en we kunnen daar parkeren, omdat net de markt wordt opgeruimd. Eigenlijk had ik door willen rijden naar Cique Terre, maar er is geen betaalbaar hotel te vinden en inmiddels is het al 4 uur ‘s middags. We besluiten de snelweg weer op te gaan en door te reizen naar onze eerstvolgende overnachtingsplaats: Montecatini Terme.
In Montecatini Terme verblijven we 4 nachten, zodat we echt alle tijd hebben om te genieten van de omgeving. Montecatini Terme is een leuke plaats met gezellige winkels en restaurants. Ons hotel ligt midden in het centrum en vlak bij een mooi park. Als je dit park doorwandeld kom je bij een historisch thermaal bad. Helaas zoeken wij steeds de tijden op dat het bad of nog net niet open is, dicht is voor de lunch of ‘s middags al weer dicht is, dus kunnen we alleen de buitenkant bewonderen. Vlak bij het thermaal bad is een hele oude kabeltrein die je naar Montecatini Alto brengt. Zoals de naam al zegt ligt dit hoog op de berg met een schitterend uitzicht. Ook is het een schilderachtig mooi plaatsje met veel restaurantjes. Montecatini ligt ook heel handig voor uitstappen naar Pisa en Florence. Florence willen we eigenlijk met de trein bezoeken, maar er blijkt een opbreking te zijn van het spoor, waardoor er overgestapt moet worden en delen met bussen overbrugt worden. Een hele vriendelijke serveerster vertelt ons dat je heel goed met de auto kunt gaan en dat er vlak bij het station in Florence een hele grote parkeergarage is. Dus we volgen haar advies op en gaan met de auto. De parkeergarage is gauw gevonden, maar het parkeren is wel even spannend. Je moet je sleutels afgeven en de auto’s worden gestapeld. We hebben het wel aangedurfd om onze autosleutels af te geven en het was perfect. Parkeren kost €4,- per uur en dat vonden wij niet gek voor zo’n plek in Florence. Vanaf de parkeergarage loop je echt zo de stad in. Natuurlijk weet je van alle plaatjes dat Florence een mooie stad is, maar als je daar rondloopt val je toch van de ene verbazing in de andere. Zoveel moois, zoveel historie, alles gebouwd toen wij nog in de donkere middeleeuwen zaten. Ik vond het overweldigend . Maar na een paar uur in een stad gelopen te hebben, ben ik altijd weer toe aan rust. En. dan is het fijn als je met de auto bent. Wel had ik me van de omgeving buiten Florence meer natuur voorgesteld, het ligt tenslotte midden in Toscane. Ondanks dat we de snelwegen vermeden, was het overal druk en het mooie Toscaanse land kwam nog niet echt voorbij.
De volgende dag was Pisa aan de beurt. Wat een drukte was daar. En dan te bedenken dat het aantal bezoekers maar 40% is van wat er normaal ( voor Corona) rondloopt. Ook daar ken je de bekende foto’s van de scheve toren, maar toch is het anders als je daar zelf voorstaat. ‘s Middags brengen we een bezoek aan Lucca, waar we heerlijk rustig kunnen lunchen. Omdat het erg heet is, lopen we een stuk van de muur om de stad heen, niet de hele muur. De stad is leuk, maar inmiddels al zoveel stad gezien in Pisa en Florence dat we niet heel lang blijven. We hebben tenslotte ook vakantie en ons hotel heeft een lekker zwembadje en er is een mooie spa, waar we gebruik van maken. We laten ons lekker masseren en komen even bij van alle indrukken.
Na 4 dagen Montecatini Terme reizen we door naar ons hotel net iets ten zuiden van Siena. We nemen de binnendoor wegen en maken een stop in Volterra. Helaas regent het, maar we zijn op alles voorbereidt en de regenjassen en dikke wandelschoenen liggen binnen handbereik. en ook hier zijn we niet de enigen. Het is echt heel toeristisch, maar heel mooi. Het is een heel mooi bergdorp boven op een bergkam. In de straatjes en pleinen zijn leuke winkels en restaurantjes. Inmiddels is het lunchtijd en we besluiten te lunchen met een lekkere antipasta. Terwijl we eten wordt het droog en als we weer buiten komen schijnt de zon. Dan kunnen we pas echt genieten van de mooie uitzichten van Volterra. En ook van de schitterende historische gebouwen en pleinen. Ook hier weer de verwondering hoe mensen dit hebben kunnen bouwen in de 13de en 14de eeuw. Als we uitgekeken zijn, rijden we door naar ons volgende hotel. Tijdens deze rit zien we wel het Toscane waar ik op gehoopt had; heuvels en velden met mooie landhuizen en cipressen op de oprijlaan. Lekker rustig op de wegen, zo wil je toeren door Toscane.
Ons hotel in de buurt van Asciano ligt echt helemaal buiten en is een wat modern gebouw. Niet echt karakteristiek Toscaans, maar wel van alle comfort voorzien. Een lekker bed, een mooie badkamer en een zwembadje. De eerste avond eten we in het hotel. het eten is heerlijk, maar de ambiance niet helemaal wat wij zoeken. Omdat het zondag is besluiten we vandaag niet naar Siena te gaan en te wachten tot maandag, zodat het wellicht iets minder druk zal zijn. Deze zondag brengen we lekker aan het zwembad door en we maken een heerlijk wandeling door de Toscaanse velden. Het blijkt een heerlijk wandelgebied. En tijdens onze wandeling komen we langs twee restaurants zoals je ze graag ziet in Toscane. bij een mooi boeren landhuis in de tuin. We reserveren direct bij het eerste restaurant voor dezelfde avond en bij het tweede restaurant voor de volgende avond. En daar krijgen we geen spijt van. Heerlijk eten en genieten van een fles Chianti , terwijl het gaat schemeren en de lampjes aan gaan. Beide restaurants waren geweldig.
Op maandag is het tijd voor Siena. De receptioniste van het hotel vertelt ons hoe we het handigste kunnen rijden. We moeten afslag Siena Sud nemen en dan door de poort is rechts direct een parkeergarage. Ik vraag haar nog of we echt wel de poort door moeten, omdat ik begrepen heb, dat je in veel Italiaanse steden echt niet met je auto in het oude centrum mag komen. Nee, we moeten echt de poort door en daar parkeren. Oké, we nemen de weg naar Siena, maar de afslag zien we niet. We komen wel bij de stad en daar is de poort. Er staat een bord dat je daar niet in mag, maar de receptioniste zei het echt. Dus toch door de poort en daar was natuurlijk geen parkeergarage. De straatjes worden steeds smaller, totdat we op een mooi groot plein komen, waar veel auto’s geparkeerd staan. En er is een plekje. Yess, denken wij. Prima plekje. We moeten hier vast wel betalen, dus Henk gaat op zoek naar de parkeerautomaat. Maar, die blijkt niet te vinden. Het zal toch niet gratis zijn? En daar loopt een Italiaanse mevrouw die daar ook heeft geparkeerd, dus ik besluit haar aan te spreken. Ze spreekt gelukkig goed engels en ze zegt dat wij daar absoluut niet mogen staan, want dat is alleen voor bewoners met een vergunning. Oeps. Gauw ingestapt en zie dan maar eens zo’n oude stad uit te komen. Het was een spannende rit. Ten einde raad, zijn we toen helemaal de stad uitgereden en opnieuw aangereden. Toen kwamen we bij de juiste poort en inderdaad was daar een parkeergarage, vanwaar we heel makkelijk het oude centrum in konden wandelen. En wat was Siena weer verrassend mooi. Het grote plein, de Palio, maar ook de Dom en de mooie vierkante torens die je overal in Toscane ziet. We bezoeken de Dom met de oude bibliotheek waar handgeschreven boeken liggen uit de twaalfde eeuw. Ongelofelijk!. En we gaan de toren beklimmen. Dat was niet zo’n goed idee, aangezien je maar steeds met 10 mensen tegelijk naar binnen mag en dan ook steeds in ploegjes van 10 mensen naar de volgende verdieping kan. Dat betekent heel veel en heel lang wachten. En was het de moeite waard? Het was mooi, maar het lange wachten niet waard.
De volgende dag is het tijd om Toscane te verlaten en om door te reizen naar Umbrië. We hebben een hotel net buiten Assisi, maar voordat we daar zijn, maken we een omweg via Montepulciano, weer een geweldig mooi stadje boven op een bergkam. Buiten het stadje liggen een aantal parkeerplaatsen, waarvandaan je zo het stadje inloopt. Wij zoeken de parkeerplaats het dichts bij het centrum, omdat de weg naar het stadje toe nogal stijl omhoog loopt. Als we uitstappen zien we in de verte, in de diepte een mooie kerk liggen, maar we besluiten alleen het stadje te bekijken omdat de weg te stijl en ver lijkt om ook bij de kerk te gaan kijken. We maken van boven af wat foto’s en wandelen het stadje in, we kijken wat rond en drinken een drankje op een terrasje. Dan zien we een bord met de wegen en hoe je blijkbaar door kunt lopen om zo bij onze parkeerplaats terug te komen. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Wij zijn echt geen bergwandelaars en hebben ook wat moeite met kaartlezen als er zoveel hoogte verschil is. Na ongeveer een half uur lopen staan we oog in oog met de kerk, die we zo mooi van boven gefotografeerd hebben. Het is ongeveer 35 graden en we moeten toch echt omhoog om bij onze auto te komen. Tsja, en dan kun je meer dan je dacht. Eerlijk gezegd heb ik wel wat gefoeterd, maar we hebben de auto gevonden! Daarna hebben we onze weg vervolgd via het Trassimeno meer. Daar even lekker geluncht en wat rond gewandeld. Het was mooi, maar we waren niet echt onder de indruk. Het had een wat verlaten uitstraling. Het is natuurlijk einde seizoen en misschien komt het ook door corona, maar we hadden niet het gevoel dat we hier wilden blijven. Dus door naar Poggio degli Olivi, ons verblijf voor de komende drie nachten.
Het is een soort agriturismo, en zo mooi! Een schitterend landhuis met restaurant en zwembad en de hotelkamers zijn in aparte huisjes op het terrein. Het terrein is een olijfboomgaard tegen een berg op. De weg naar boven is smal en stijl, dus best spannend om te rijden. Een geweldige plek en wat is het heerlijk als je aan het einde van deze dag even lekker mag zwemmen in de infinitypool met uitzicht op Assisi. Wat een beetje jammer was, dat alles perfect was in dit verblijf, maar aan het zwembad hadden ze alleen keiharde plastic ligbedden, zonder kussens. Heel raar, dat zie je eigenlijk nergens meer. Het diner was ‘s avonds in het restaurant en zat inbegrepen in het door ons geboekte arrangement. Dat viel ook een beetje tegen. Hele kleine muizenhapjes, chique aangekleed. Het was allemaal wel erg lekker en we zagen andere gasten wel lekkere hoeveelheden eten krijgen. En omdat de weg niet uitnodigde om ‘s avonds in het donker een restaurant te zoeken in de stad, hebben we toch besloten om de volgende avonden in het restaurant te eten. En dat was een goede beslissing, want hoewel de eerste avond tegenviel, was het de andere avonden werkelijk geweldig. Wel een beetje raar dat de maaltijden die je in een arrangement bijboekt, zo minimaal zijn. Daarmee voelden we ons een beetje genept. Dag twee bezoeken we Assisi en weer vallen we van de ene verbazing in de andere. Het is weer mooi en overweldigend, maar langzaam raak ik een beetje verzadigd van zoveel cultuur en geschiedenis.
Dus wat doen we op onze laatste dag in Umbrië? We horen van andere Nederlanders dat zij een waterval hebben bezocht en ze laten geweldige foto’s zien. Dat lijkt ons wel wat. Het is even helemaal iets anders dan de vele steden die we bezocht hebben en een dag in de natuur lijkt met wel wat. Het zijn de watervallen van Marmore, de langste kunstmatige waterval ter wereld en de hoogste van Europa . Het is een waterval van 165 meter hoogte. Het grappige is dat deze waterval uit gaat tussen 13 en 15 uur !! Ja, want dan moet er geluncht worden. We hebben er erg om gelachen, maar omdat het een kunstmatige waterval is, kan dat. De waterval komt via drie plateaus waar je langs kunt wandelen. Koop wel een regenponcho, want je word behoorlijk nat. Het wordt een hele bijzondere dag, maar zeker de moeite waard.
Dan is het weer tijd om aan de terugreis te beginnen. we besluiten nu toch wel via de snelwegen te gaan, want er moet een behoorlijke afstand overbrugd gaan worden. We rijden de eerste dag tot net voor de Brennerpas. De volgende dag vervolgen we onze weg door Oostenrijk. Het is erg druk op de weg, maar we nemen de route langs Garmisch en stoppen voor een uitzicht op de Zugspitze. Het gaat niet snel, maar wat is het mooi! In Duitsland aangekomen, laten we ook de snelweg voor wat hij is en rijden langs de Romantische Strasse richting Rothenburg ob die Tauber. In Rothenburg zelf is geen hotel te vinden, maar 20 kilometer ten noorden van Rothenburg vinden we een super leuk hotel in Tauberrettersheim. Het is zo leuk dat we besluit/en daar 2 nachten te blijven, zodat we nog even een dagje naar Rothenburg ob der Tauber kunnen en de tijd hebben om nog wat te wandelen. We reserveren ons hotel dmv een telefoontje en omdat Meeuwisse wat lastig spellen is, gebruiken we mijn geboortenaam, Mulder. We worden direct begroet door de eigenaresse met een vrolijk Welcome Mr en Mrs Mulder. Zij is de vijfde generatie die dit hotel runnen. Wij hebben een kamer in het nieuwe gedeelte en het is een prachtige kamer, met aan twee kanten ramen en uitzicht op die Tauber, het riviertje. Het is een mooie afsluiter van de bijzondere reis en na twee nachten gaan we toch echt terug naar Nederland.
We zijn begonnen in Harderwijk en zijn eerst naar het zuiden gereden via België, Luxemburg, Frankrijk, naar Italië waar we 10 dagen zijn gebleven. Toen via Oostenrijk en Duitsland terug naar Nederland. Dus we hebben een groot stuk van Europa gezien en ervan genoten.